Preludium
[Lat.], voorspel. Met preludium duidt men oorspronkelijk de inleiding aan van een instrumentaal of vocaal muziekstuk. Later werd het een tamelijk lang
orgel- of pianostuk in vrije vorm.
Preludium
instrumentaal voorspel, inleiding of zelfstandig stuk; 1. als inleiding tot een suite. 2. vrije vorm voorafgaand aan de fuga en daarmee een
contrast vormend. De preludes van
Bach (voor
orgel en voor klavier) zijn zelfstandige
composities met een duidelijke
evolutie naar de
bithematiek; ze worden beschouwd als een dyptiek. 3. zelfstandige instrumentale
composities vooral sterk vertegenwoordigd in de pianoliteratuur (Chopin, Debussy).