Notenschrift
schrijfwijze waarmee muziekstukken genoteerd worden. Aan elke toon wordt een bepaalde noot uit de
toonladder toegevoegd, die acht tonen omvat; daartoe komen verhoogde en verlaagde tonen. Al naar gelang de lengte van de toon heeft men verschillende aanduidingen en symbolen, bijv. een kwart of een zestiende noot. Voor de pauze heeft men ook een desbetreffend
symbool. De noten worden in een notensysteem genoteerd, waarvoor een
muzieksleutel wordt geplaatst. Het notensysteem bestaat uit vijf lijnen en vier tussenruimtes; elke noot heeft op grond van haar toonhoogte daar haar vastgelegde plaats.