Nederlandse muziek
De Nederlandse muziek had in de 15de en 16de eeuw haar grootste betekenis, toen de componisten
Johannes Ockeghem,
Jacob Obrecht, Josquin Despréz,
Adrian Willaert en Orlando di Lasso de kunstige polyfonie ontwikkelden, die bepalend werd voor de
Europese muziekstijl. Een school tot buiten de grenzen kon later alleen nog gerealiseerd worden door de orgelvirtuoos
Jan Pieterszoon Sweelinck