Louis Köhler studeerde, piano, viool, theorie en harmonieleer in Brunswijk. Van 1839-43 studeerde hij verder in Wenen, waar hij theorie en compositie studeerde bij Simon Sechter en Ignaz Ritter von Seyfried en piano bij Carl Maria von Bocklet, op aanraden van Carl Czerny.
Van 1843 tot 1847 was Köhler kapelmeester in de theaters in Marienburg, Elbing en Koningsbergen. Ook was hij vanaf 1847 werkzaam als pianoleraar en dirigent van de Zangvereniging in Koningsbergen. Later was hij directeur van een eigen pianoschool.
Köhler schreef als muziekcriticus voor de Hartungsche Zeitung, de krant van Koningsbergen. Hij is vooral bekend vanwege zijn piano-etudes en zijn pedagogische geschriften, die tot in de 21ste eeuw nog gebruikt worden.
Zijn oeuvre omvat 314 werken waaronder, podiummuziek, 2 opera's en een ballet. Zijn composities zijn van weinig belang en tegenwoordig bijna vergeten.
Pageviews vandaag: 509.