2. zangboek, waarin zowel de wisselende als de vaste misgezangen van de Romeinse Latijnse ritus zijn opgenomen. Na het Concilie van Trente ingevoerd en door G.P.da Palestrina opgesteld.
Onderdeel van het proprium van de mis. Het graduale volgt in de mis direct op het epistel, en werd traditioneel gezongen naast of op de trappen (= gradus) van de ambo (een verhoging waarvan werd voorgelezen, gezongen en gepreekt).
Omdat de melodieën meestal rijk versierd zijn, werd het meestal door solisten gezongen. De naam "Graduale" wordt ook gebruikt om het boek waarin de Gregoriaanse misgezangen staan aan te duiden.
lett. trapgezang; liturgisch gezang op de treden van het altaar in de r.k. eredienst, vlak na het epistel
Pageviews vandaag: 78.