Ambroise Thomas
Charles Louis
Ambroise Thomas (geb. Metz, 5 aug. 1811 - gest.
Parijs, 12 feb.
1896),
Frans componist.
Ambroise Thomas speelde reeds op negenjarige leeftijd zeer virtuoos piano en viool. Zijn feitelijke muzikale opleiding kreeg Thomas, die de zoon van een musicus was, later bij
Friedrich Kalkbrenner (piano), bij
Victor Dourlen en Auguste Barbereau (harmonieleer) en bij
Jean Francois Lesueur (
compositie). Nadat hij in 1829 de prijs voor piano en in het jaar daarop die voor harmonieleer had gewonnen, werd hij in 1832 met zijn
cantate "Hermann et Kelly" winnaar van de Prijs van
Rome. Na zijn driejarig verblijf in
Italië, dat met deze onderscheiding gepaard ging, vestigde hij zich in 1835 in
Parijs en begon met het componeren van opera's (opera). De op dit gebied zeer begaafde
componist, die reeds tijdens zijn leven populair was, werd rond 1851 de opvolger van Spontini aan de Académie des Beaux Arts. Vanaf 1856 was hij
hoogleraar compositie aan het
Parijse conservatorium en nam daar in 1871 na
de dood van
Daniel Francois Esprit Auber het directeurschap op zich. Men gaf daarbij de voorkeur aan hem boven
Charles Gounod.
Ambroise Thomas, tot wiens leerlingen o.a.
Jules Massenet behoorde, voelde zich uitsluitend tot de
romantiek aangetrokken. De tamelijk conservatieve
componist stond kritisch tegenover avant-gardistische stromingen.
Keuze uit de opera's: "Caid" (
Parijs 1849) "Songe d'une nuit d'été" (Ned.: "Midzomernachtsdroom",
Parijs 1850) "
Mignon" (
Parijs 1866) "
Hamlet" (
Parijs 1868)
Pageviews vandaag: 508.